Tijdens een survivalrun leg je een grotendeels onverhard parcours hardlopend af. Paden, sloten, bossen, weilanden en af en toe een stukje asfalt. Onderweg neem je natuurlijke en opgebouwde hindernissen. Natuurlijke hindernissen zijn bijvoorbeeld duikers, omgevallen bomen en water. De opgebouwde hindernissen kunnen balken, netten, touwen, pakladders en allerlei combinaties ervan zijn. Ook boogschieten, houthakken en kajakken kun je tegenkomen tijdens een survivalrun.
De kleding moet vooral lekker zitten en niet te wijd zijn. Kleding beschermt je tegen kou en schaafplekken van touwen, netten of bijvoorbeeld braamstruiken. Daarom loop je altijd in een lange tight en zorg je ervoor dat ook je enkels bedekt zijn. Je bovenkleding pas je aan aan de temperatuur. Bijvoorbeeld een t-shirt met daaronder eventueel een thermoshirt met lange mouwen.
Bij een survivalrun krijg je als recreant en wedstrijdloper een wedstrijdshirt met daarop je startnummer.
Hardloopschoenen met extra profiel zoals trailschoenen zijn geschikt voor survivalrun. Het materiaal moet extra sterk zijn omdat je schoenen nogal wat te verduren krijgen met al die touwen en netten. Laat je vooral adviseren bij een sportwinkel of bij je vereniging.
Als je het erg koud hebt draag dan een muts, kol en handschoenen die je makkelijk van je handen kunt schuiven. Klimmen met handschoenen is niet aan te raden. Je ziet veel survivalrunners dit praktisch oplossen met afgeknipte sokken als handschoenen. Niet mooi, wel handig!
